AANKOPPELEN
Het aankoppelen gebeurt als volgt:
1 Rij de auto kaarsrecht voor de aanhangwagen,
2 Rij de auto achteruit en gebruik de originele auto spiegels waarin je de twee stadslichten van de
aanhangwagen net kunt zien en hierdoor de trekhaak recht naar de koppeling rijdt,
3 Stop op ongeveer 1 meter met de trekhaak voor de koppeling en zoek via de linker
buitenspiegel contact met de instructeur,
4 De instructeur zal je de laatste meter begeleiden om exact uit te komen,
5 Zet de auto op de parkeerrem en neem de sleutel mee als je uitstapt om aan te koppelen,
6 Haal de vangmuil uit de koppeling door deze open te trekken (naar boven),
7 Draai het zwenkwiel naar boven zodat de koppeling op de trekhaak sluit,
8 Nadat de koppeling zich vergrendeld draai je het zwenkwiel weer een stuk naar onder en
kijk je of deze niet meer los komt maar de auto mee omhoog gaat,
9 Sluit nu eerst de stekker en de losbreekremkabel aan,
10 Daarna het zwenkwiel volledig naar boven,
11 En als laatste de handrem er af en aan de remstang voelen of deze los zit.
CONTROLE NA AANKOPPELEN
Na het aankoppelen vraagt de examinator wat je moet controleren voordat je met de aanhangwagen gaat rijden.
Als je de controle punten gaat opnoemen begin je van voor naar achteren:
1 Dat de stekker en de losbreekremkabel zijn aangesloten,
2 de koppeling goed is vergrendeld (groene plusje),
3 de handrem er af is,
4 er geen scheuren of vervormingen in de balken zitten,
5 de remstang los en goed recht is,
6 het zeil aan de voorkant goed vast zit en er geen scheuren in zitten,
7 er niks op of onder de aanhangwagen ligt,
8 het zeil aan de zijkant goed vast zit en er geen scheuren in zitten,
9 er zijverlichting aanwezig is bij een aanhangwagen van 6 meter of langer,
10 de banden een profieldiepte van minimaal 1,6 mm en een goede spanning hebben,
11 de banden niet poreus zijn en geen beschadigingen hebben,
12 er ventieldopjes op de ventielen zitten om te voorkomen dat er vuil in komt,
13 de wielbouten regelmatig moet controleren,
14 aan de achterkant lengte driehoeken zitten en de verlichting goed werkt,
15 de kentekenplaat overeenkomt met het kentekenbewijs,
16 het zeil goed vast zit en er geen scheuren in zitten,
17 de lading goed verdeeld en vast staat op de aanhangwagen,
AFKOPPELEN
Na het examen moet je de aanhangwagen weer afkoppelen en dit doe je als volgt:
1 let op als je gaat stoppen om de aanhangwagen af te koppelen dat je niet te hard remt
maar heel voorzichtig stopt, dit om te voorkomen dat de oplooprem oploopt. Als dit zou
gebeuren kan de koppeling tegen de bumper slaan bij het ontkoppelen van koppeling en
trekhaak. Ben je toch met veel remdruk tot stilstand gekomen, dan kun je daarna nog
een klein stukje naar voren rijden om de oplooprem uit te trekken.
2 begin altijd met de handrem zodat de voertuigen zeker niet meer weg kunnen lopen,
3 draai het zwenkwiel naar beneden zodat de koppeling niet meer naar onder kan komen,
4 neem de stekker en de losbreekremkabel van de auto los en berg deze op,
5 ontgrendel de koppeling en draai gelijktijdig het zwenkwiel verder naar onder zodat de koppeling
van de trekhaak los komt,
6 de auto kan nu weer wegrijden waarbij je moet opletten dat deze niet achteruit loopt.
HEEL VEEL SUCCES MET JE OPLEIDING